Algemene voorwaarden A&L Autolease

Begripsomschrijving
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
– voertuig: het voertuig of de andere zaak, die het onderwerp is van de huurovereenkomst;
– huurder: de natuurlijke persoon die de huurovereenkomst heeft gesloten in de uitoefening van beroep of bedrijf of de rechtspersoon of
personenvennootschap die als huurder de huurovereenkomst sluit;
– verhuurder: de natuurlijke persoon, rechtspersoon of personenvennootschap die als verhuurder de huurovereenkomst sluit;
– schade van de verhuurder: de vermogensschade die verhuurder direct of indirect lijdt ten gevolge van:
– beschadiging (waaronder mede begrepen een toestand van het voertuig of van onderdelen daarvan die niet past bij normale slijtage) of
vermissing van het voertuig of van toebehoren of onderdelen daarvan, of van een andere zaak van de verhuurder. Tot deze schade behoren
onder meer de kosten van vervanging van het voertuig, de derving van huurinkomsten en de kosten van opsporing in geval van vermissing
van het voertuig;
– met of door het voertuig aan persoon of goed toegebracht nadeel, waarvoor de verhuurder, de kentekenhouder of de aansprakelijkheidsverzekeraar
van het voertuig aansprakelijk is;
– bestuurder: de feitelijk bestuurder van het voertuig;
– bovenhoofdse schade: schade van de verhuurder veroorzaakt door aanrijding met het deel van het voertuig dat zich op een hoogte van meer
dan 1.90 meter boven de grond bevindt of door aanrijding met op het voertuig bevestigde zaken die zich op meer dan 1.90 meter boven de
grond bevinden;
– afmelden: vorm van inleveren van het voertuig op een andere locatie dan die van verhuurder waarbij huurder aangeeft waar en wanneer het
voertuig kan worden opgehaald door verhuurder.
Artikel 1: Bepaling van de huurprijs en de duur van de huur
1. De huurovereenkomst wordt aangegaan voor de periode en het tarief zoals op de huurovereenkomst is vermeld of anderszins schriftelijk
is overeengekomen. Indien geen einddatum op de huurovereenkomst staat vermeld, wordt het voertuig geacht voor een periode van
30 dagen te zijn gehuurd. Na het verstrijken van deze periode zal de huurperiode telkens met 30 dagen worden verlengd, tenzij huurder
het voertuig aan verhuurder heeft geretourneerd.
2. Slechts nadoor verhuurder verleende toestemming is het huurder toegestaan het voertuig op een tijdstip gelegen buiten de openingstijden
van verhuurder terug te brengen. In dat geval blijft huurder aansprakelijk voor alle schade ontstaan tot het tijdstip waarop verhuurder
feitelijk het voertuig heeft ontvangen en geïnspecteerd of heeft laten inspecteren.
3. Vaststelling van het aantal gereden kilometers geschiedt aan de hand van de kilometerteller. Het na het optreden van een defect aan de
kilometerteller gereden aantal kilometers wordt op de meest gerede wijze vastgesteld. Voor een PTO- of een koelmotor- bedrijfsurenteller
geldt hetzelfde.
Artikel 2: Aflevering voertuig door verhuurder op locatie
1. In geval het voertuig op locatie wordt afgeleverd, dient huurder te tekenen voor in ontvangstname en de staat van het voertuig. Indien
huurder bij aflevering niet in staat is hiervoor te tekenen, kan hij tot twee uur na aflevering van het voertuig eventuele afwijkingen met
betrekking tot de in ontvangstname en de staat aan verhuurder kenbaar maken. Indien huurder niet of niet-tijdig reageert, stemt hij in met
de in ontvangstname en de staat van het voertuig.
2. Indien de huurperiode binnen één uur na openingstijd van verhuurder aanvangt, is verhuurder gerechtigd het voertuig af te leveren tot
maximaal vijf werkuren voordat de huurperiode aanvangt. De huurpenningen zijn verschuldigd vanaf de ingang van de huurperiode.
3. Verhuurder levert het voertuig niet af zonder overdracht aan huurder indien er geen veilige en gratis parkeerplaats voorhanden is.
4. Verhuurder geeft de sleutel van het voertuig enkel af aan een daartoe gerechtigd persoon en laat de sleutel niet achter in een brievenbus
of andere plek die niet voldoende beveiligd is.
5. Huurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor afleveringen die op zijn verzoek of op verzoek van de bestuurder op locatie plaatsvinden.
Artikel 3: Inlevering voertuig door huurder
1. Huurder dient het voertuig op het tijdstip en de locatie die op de huurovereenkomst vermeld staan in te leveren danwel af te melden.
2. Bij inlevering binnen kantoortijden op een andere locatie dan die van verhuurder dient het voertuig minimaal één uur na afmelding
beschikbaar te zijn voor verhuurder om te worden afgehaald. Bij gebreke daarvan loopt de huurovereenkomst door tot de eerstvolgende
werkdag.
3. Huurder blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het tijdig inleveren danwel afmelden van het voertuig. De huurperiode eindigt op het
moment dat het voertuig correct is afgemeld. Afmeldingen met terugwerkende kracht en afmeldingen voor momenten in de toekomst zijn
niet mogelijk.
4. Indien huurder of bestuurder niet aanwezig is op het moment dat verhuurder het voertuig afhaalt, gaat hij akkoord met de bevindingen van
verhuurder inzake de staat van het voertuig.
Artikel 4: Verlenging van de huurperiode
Huurder is verplicht het voertuig uiterlijk op de dag en op het tijdstip dat de huurperiode eindigt aan het in de huurovereenkomst vermelde
bedrijf en adres terug te bezorgen, tenzij voordien verlenging van de huurperiode is overeengekomen.
Artikel 5: Overschrijding van de huurperiode
Indien het voertuig niet binnen de in de huurovereenkomst vermelde, eventueel verlengde, periode bij verhuurder of met toestemming van
verhuurder bij een derde is ingeleverd, is verhuurder gerechtigd het voertuig onmiddellijk terug te nemen. De uit deze overeenkomst
voortvloeiende verplichtingen van huurder blijven van kracht tot het moment dat het voertuig weer in het bezit is van verhuurder, met dien
verstande dat huurder tot aan dat moment een bedrag van € 50,- per dag (exclusief btw) bovenop de huursom verschuldigd wordt, waarbij
een gedeelte van een dag als een dag geldt, onverminderd de gehoudenheid van huurder tot vergoeding van door verhuurder te lijden schade.
Artikel 6: Annulering
Annulering van de huurovereenkomst is niet mogelijk, tenzij schriftelijk een annuleringsregeling is overeengekomen.
Artikel 7: Betaling
1. De schulden van huurder zijn brengschulden. Voor aanvang van de huurperiode kan vooruitbetaling van de huurpenningen, alsook betaling
van een waarborgsom worden verlangd. Indien het vooruitbetaalde bedrag de te betalen huursom overtreft, strekt deze tevens tot
vergoeding van alle andere bedragen die huurder eventueel aan verhuurder verschuldigd is. De waarborgsom ter zake van het eigen risico
wordt niet eerder geretourneerd dan zodra het voertuig is ingeleverd. In geval van schade wordt de waarborgsom ter zake van het eigen
risico niet eerder geretourneerd dan zodra duidelijk is dat de omvang van de schade het bedrag van het eigen risico niet overschrijdt,
waarna hooguit de waarborgsom terzake van het eigen risico minus het schadebedrag wordt geretourneerd.
2. Verhuurder is te allen tijde, zowel bij het aangaan van de huur als bij een eventuele verlenging daarvan, gerechtigd betalingszekerheid of
een opdracht tot betaling per creditcard van huurder te verlangen. Een dergelijke autorisatie is onherroepelijk.
3. Betaling van de huurpenningen dient, tenzij anders is overeengekomen, onmiddellijk na ommekomst van de huurtermijn te geschieden.
Betaling van andere bedragen dient te geschieden binnen veertien dagen na de factuurdatum. Indien huurder niet op tijd betaalt, is hij van
rechtswege in verzuim. Indien is overeengekomen dat bedragen bij wijze van automatische incasso geïncasseerd zullen worden en dat
niet mogelijk is, is huurder in verzuim vanaf het moment van de vergeefse poging tot automatische incasso. Vanaf de datum van verzuim
is huurder over het openstaande bedrag de wettelijke handelsrente, vermeerderd met twee procentpunt op jaarbasis verschuldigd, waarbij
een gedeelte van een maand als een maand geldt.
4. Indien huurder ook na sommatie in gebreke blijft het verschuldigde bedrag te betalen, is hij daarenboven gehouden tot vergoeding van
incassokosten. Onder incassokosten wordt verstaan alle kosten die verhuurder in en buiten rechte maakt voor de invordering van het
verschuldigde bedrag met een minimum van 15% van het verschuldigde bedrag dan wel, indien het verschuldigde bedrag kleiner is dan
€ 500,- (excl. BTW), met een minimum van € 75,- (excl. BTW).
Artikel 8: (Bijkomende) Kosten
1. Bijkomende kosten: Rijklaarmaakkosten, haal- en brengkosten, aftankkosten en contractkosten kunnen in rekening worden gebracht.
2. Kosten verbonden aan het gebruik van het voertuig: Gedurende de huurperiode zijn de aan het gebruik van het voertuig verbonden kosten,
zoals tolgelden, kilometerheffing, kosten voor een Eurovignet, kosten uit beschikkingen die voortkomen uit overtredingen en de kosten voor
brandstof, reiniging en parkeren voor rekening van huurder.
Artikel 9: Verplichtingen met betrekking tot het gebruik van het voertuig
1. Huurder dient op zorgvuldige wijze met het voertuig, de sleutel en andere toebehoren daarbij of onderdelen daarvan om te gaan en ervoor
te zorgen dat het voertuig overeenkomstig zijn bestemming wordt gebruikt.
2. Huurder is gehouden het voertuig schoon te retourneren. Bij niet-nakoming van deze verplichting kunnen de schoonmaakkosten in
rekening worden gebracht, met een minimum van € 25,- (excl. BTW).
3. Huurder is gehouden lading van het voertuig voldoende te borgen.
4. Alleen personen die in de huurovereenkomst als bestuurder – eventueel tevens in de hoedanigheid van huurder – zijn aangeduid, mogen
het voertuig besturen, mits zij beschikken over de daartoe vereiste bevoegdheid en bekwaamheid.
5. Het is huurder niet toegestaan het voertuig, de sleutel of andere toebehoren ter beschikking te stellen aan een persoon die niet als
bestuurder is vermeld op de voorzijde van het huurcontract, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
6. Het is huurder niet anders dan met schriftelijke toestemming van verhuurder toegestaan het voertuig weder te verhuren of anderszins aan
een ander in gebruik te geven.
7. Het is huurder niet toegestaan verhuurder jegens derden te verbinden of de schijn daartoe te wekken.
8. Indien verhuuurder inlichtingen aan autoriteiten dient te verstrekken over de identiteit van de persoon die op enig moment het voertuig
heeft bestuurd of gebruikt, dient huurder deze identiteit desverzocht aan verhuurder mede te delen.
9. Het is huurder niet toegestaan lifters of dieren in het voertuig mee te nemen, het voertuig te gebruiken voor rijles of met het voertuig
wedstrijden, snelheids-, rijvaardigheids- of betrouwbaarheidsproeven te houden, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen.
10. Het is huurder niet toegestaan het voertuig buiten de landsgrenzen van Nederland te brengen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen
met verhuurder.
11. Huurder dient alle vloeistoffen en de bandenspanning op het vereiste niveau te (laten) houden en dient gevolg te geven aan een oproep
van verhuurder om het voertuig voor onderhoud aan te bieden. Een dergelijke oproep van verhuurder zal zo tijdig gedaan worden dat
huurder daaraan redelijkerwijs kan voldoen.
12. Huurder is gehouden het voertuig in oorspronkelijke staat bij verhuurder terug te bezorgen. Huurder is verplicht tot het ongedaanmaken
van door hem of namens hem aangebrachte veranderingen en toevoegingen; huurder kan terzake geen enkel recht op vergoeding doen
gelden.
13. Huurder dient voor het voertuig geschikte brandstof te tanken met, indien vereist, de vereiste toevoegingen.
14. In geval van schade of defecten aan het voertuig, is het huurder niet toegestaan het voertuig te gebruiken indien dat kan leiden tot
verergering van de schade of van de defecten, of tot vermindering van de verkeersveiligheid.
15. In geval van schade aan of vermissing van het voertuig, toebehoren daarbij of onderdelen daarvan of enige gebeurtenis waaruit met grote
mate van waarschijnlijkheid schade kan volgen, is huurder verplicht:
– verhuurder hiervan onmiddellijk telefonisch in kennis te stellen;
– de instructies van verhuurder op te volgen;

– de politie ter plaatse te waarschuwen;
– gevraagd en ongevraagd alle inlichtingen en alle bescheiden die op de gebeurtenis betrekking hebben aan verhuurder of aan diens
verzekeraar te verstrekken;
– binnen 48 uur een volledig ingevuld en ondertekend schadeaangifteformulier met, indien vereist, een kopie rijbewijs van de bestuurder
aan verhuurder te overleggen;
– zich van erkenning van schuld in enigerlei vorm te onthouden;
– het voertuig niet achter te laten zonder het behoorlijk tegen het risico van beschadiging of vermissing beschermd te hebben;
– de verhuurder en door de verhuurder aangewezen personen alle gevraagde medewerking te verlenen ter verkrijging van
schadevergoeding van derden of ten verwere tegen aanspraken van derden.
16. Huurder dient verhuurder zo spoedig mogelijk te informeren over:
– verstoring van de werking van de kilometerteller, de tachograaf, de snelheidsbegrenzer of de PTO- en koelmotor- en bedrijfsurenteller;
– verbreking van het verzegelplan van het brandstoftoevoersysteem;
– defect raken van het voertuig of over een storing die het voertuig vertoont ;
– beslaglegging op het voertuig;
en over andere omstandigheden waarover verhuurder redelijkerwijs geïnformeerd dient te worden.
17. Huurder is verplicht de verplichtingen en verboden van dit artikel op te leggen aan bestuurder, passagiers en andere gebruikers van het
voertuig en toe te zien op de nakoming daarvan.

Artikel 10: Aansprakelijkheid van de huurder voor schade
1. Indien tussen partijen geen schadebeschrijving van het voertuig is opgemaakt, wordt huurder verondersteld het voertuig in onbeschadigde
toestand te hebben ontvangen.
2. Huurder is aansprakelijk voor alle schade van de verhuurder die is ontstaan ten gevolge van enige gebeurtenis tijdens de huurperiode of
anderszins verband houdende met de huur van het voertuig, met inachtneming van het navolgende.
3. Indien er een eigen risico in de huurovereenkomst is overeengekomen, is de aansprakelijkheid van huurder voor schade per schadegeval
beperkt tot het bedrag van het eigen risico, tenzij:
– de schade is ontstaan tijdens of ten gevolge van handelen of nalaten in strijd met artikel 9 of anderszins daarmee verband houdt;
– de schade is ontstaan ten gevolge van gebruik van het voertuig op onverhard terrein, of gebruik van het voertuig op terrein waarvoor het
voertuig kennelijk niet geschikt is, of terrein waarvan de huurder of bestuurder ter kennis is gegeven dat het betreden op eigen risico
geschiedt;
– het voertuig aan een derde is wederverhuurd, ook indien verhuurder daarin heeft toegestemd;
– de schade is ontstaan doordat huurder de instructies van verhuurder niet heeft opgevolgd;
– de schade is ontstaan door of na diefstal, verduistering of een andere wijze van wegneming van het voertuig en huurder de bij het
voertuig behorende sleutels, bediening van de alarminstallatie of de bij het voertuig behorende bescheiden (zoals het kentekenbewijs en
de grensdocumenten) niet alle bij verhuurder heeft ingeleverd;
– de schade het gevolg is van de verwezenlijking van het gevaar dat verbonden is met het vervoeren, opslaan, laden en lossen van
gevaarlijke, ontplofbare, ontvlambare, oxyderende of giftige stoffen. Indien verhuurder door huurder gestelde feiten met betrekking tot de
oorzaak van de schade gemotiveerd betwist, dient huurder diens feitelijke stellingen te bewijzen.
4. Indien krachtens een door verhuurder al dan niet verplicht afgesloten verzekeringsovereenkomst tegen het risico van cascoschade of
tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid een uitkering wordt verstrekt aan verhuurder of aan een derde, laat dat de
aansprakelijkheid van de huurder onverlet.
5. In afwijking van het overeengekomen eigen risico, geldt een hoog eigen risico van maximaal € 5.000,- in geval van bovenhoofdse schade.
6. Indien de schade gevolg is van enig nadeel dat met of door het voertuig is toegebracht, wordt de omvang daarvan op voorhand bepaald op
het bedrag van de aan de rechtstreeks benadeelde verstrekte schadeloosstellingen, eventueel vermeerderd met andere schade van de
verhuurder.
7. De schade ten gevolge van de onmogelijkheid het voertuig tijdens de periode van herstel of vervanging te verhuren, wordt op voorhand
bepaald op het aantal dagen gemoeid met herstel of vervanging van het voertuig, vermenigvuldigd met de huurprijs per dag, verminderd
met 10% in verband met besparing van variabele kosten.
8. In geval van schade in het buitenland zijn de kosten van repatriëring van het voertuig voor rekening van verhuurder, tenzij er sprake is een
omstandigheid als bedoeld in het derde lid van dit artikel.
Artikel 11: Herstellingen van het voertuig
1. Herstellingen dienen in het bedrijf van verhuurder te worden uitgevoerd. Indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is, dienen de werkzaamheden
te worden verricht door een garagebedrijf dat behoort tot het dealernet van de importeur van het betreffende merk of een
garagebedrijf dat door verhuurder daartoe is aangewezen. Huurder dient alvorens het voertuig voor herstellingen aan te bieden, hiertoe
toestemming van verhuurder te krijgen.
2. Huurder zal op eerste verzoek van verhuurder het voertuig ter keuring, reparatie of controle aanbieden.
Artikel 12: Gebreken aan het voertuig en aansprakelijkheid verhuurder
1. Tussen partijen kan een tekortkoming aan het voertuig die geen verband houdt met onzorgvuldig onderhoud, niet als gebrek gelden.
2. Verhuurder is slechts gehouden gebreken te verhelpen indien hij deze gebreken bij het aangaan van de huurovereenkomst kende of
behoorde te kennen, dit redelijkerwijze mogelijk is en dit geen uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze niet van
verhuurder zijn te vergen.
3. In geval van gebreken heeft huurder slechts recht op vermindering van de huurprijs als verhuurder bij het aangaan van de huurovereenkomst
de gebreken kende of behoorde te kennen.
4. Verhuurder is slechts aansprakelijk voor schade ten gevolge van gebreken indien hij bij het aangaan van de huurovereenkomst de
gebreken kende of behoorde te kennen.
Artikel 13: ROB-Net en submodules ROB-EF
1. De overdue functie in het ROB-systeem betreft een signaalfunctie. Het niet akkoord geven op een verlengingsaanvraag staat niet gelijk aan
een afmelding. Alleen indien een afmelding aan de eisen voldoet, wordt de huurperiode beëindigd.
2. Huurder dient de voorlopige factuur via ROB-EF, rekening houdende met het aantal huurdagen en gereden kilometers gedurende de
periode dat huurder het voertuig tot zijn beschikking heeft gehad, binnen 8 werkuren nadat deze is opgesteld goed te keuren.
Artikel 14: Van overheidswege opgelegde sancties en maatregelen
Voor rekening van huurder zijn alle sancties en gevolgen van maatregelen die in verband met het ter beschikking hebben c.q. gebruiken van
het voertuig van overheidswege worden opgelegd, tenzij deze verband houden met een defect dat bij aanvang van de huur reeds aanwezig
was.
Indien deze sancties en maatregelen aan verhuurder worden opgelegd, is huurder gehouden verhuurder op diens eerste verzoek schadeloos
te stellen, waarbij huurder aanvullend de kosten van incasso in en buiten rechte verschuldigd wordt, met een minimum van € 25,- (excl. BTW).
Indien verhuurder in verband met enige gedraging of nalaten van huurder, zoals een verkeersovertreding, informatie aan autoriteiten verstrekt,
is huurder gehouden de daarmee gepaard gaande kosten te vergoeden, met een minimum van € 10,- (excl. BTW).
Artikel 15: Beslag op het voertuig
Ingeval van administratief-, civiel- of strafrechtelijk beslag op het voertuig, blijft huurder gehouden tot nakoming van de verplichtingen van de
huurovereenkomst, waaronder die tot betaling van de huurprijs, tot het moment waarop het voertuig vrij van beslagen weer in het bezit van
verhuurder is. Huurder is gehouden verhuurder schadeloos te stellen voor alle uit het beslag voortvloeiende en in verband daarmee gemaakte
kosten.
Artikel 16: Ontbinding van de huur
Verhuurder is gerechtigd de huurovereenkomst zonder ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst te beëindigen en zich weer in het bezit
van het voertuig te stellen, onverminderd zijn recht op vergoeding van kosten, schaden en rente, indien blijkt dat huurder tijdens de
huurperiode één of meer van de verplichtingen van de huurovereenkomst niet, niet tijdig of niet volledig nakomt of zal nakomen, indien
huurder overlijdt, onder curatele wordt gesteld, hij surseance van betaling aanvraagt, hij in staat van faillissement wordt verklaard, ten aanzien
van hem de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen van toepassing wordt verklaard, hij zijn woonplaats of zetel naar het buitenland
verplaatst, er beslag op het voertuig wordt gelegd, of indien verhuurder tijdens de huurperiode van het bestaan van omstandigheden blijkt, die
van dien aard zijn dat ware verhuurder hiervan op de hoogte geweest, hij de huurovereenkomst niet was aangegaan. Huurder dient alle
medewerking aan verhuurder verlenen om zich weer in het bezit van het voertuig te doen stellen. Verhuurder is niet aansprakelijk voor schade
die het gevolg is van de ontbinding van de huurovereenkomst.
Artikel 17: Aansprakelijkheid van de huurder voor gedragingen of nalatigheden van anderen
Huurder is op gelijke wijze als voor eigen gedragingen aansprakelijk voor gedragingen en nalaten van de bestuurder, de passagiers en andere
gebruikers van het voertuig, ook indien deze niet de instemming van huurder hadden.
Artikel 18: Bemiddelingsregeling
De bemiddelingsregeling is uitsluitend van toepassing bij geschillen over de uitlegging of uitvoering van deze algemene huurvoorwaarden van
de leden BOVAG Verhuurbedrijven zakelijke markt. Indien zich een geschil voordoet als omschreven in dit artikel, kan huurder dit geschil
binnen drie maanden na het ontstaan ervan schriftelijk voorleggen aan BOVAG Bemiddeling, Postbus 1100, 3980 DC te Bunnik. BOVAG
Bemiddeling zal in het geschil bemiddelen en trachten het geschil in der minne op te lossen. Indien de bemiddeling geen resultaat heeft,
bericht BOVAG Bemiddeling dit zo spoedig mogelijk aan partijen.
Artikel 19: Verwerking van persoonsgegevens van de huurder en van de bestuurder
1. De persoonsgegevens die worden vermeld op het contract worden door verhuurder als verantwoordelijke in de zin van de Wet
bescherming persoonsgegevens verwerkt in een persoonsregistratie. Aan de hand van deze verwerking kan verhuurder uitvoering geven
aan artikel 14 van deze voorwaarden, de overeenkomst uitvoeren, huurder of bestuurder optimale service en actuele productinformatie
geven en huurder of bestuurder gepersonaliseerde aanbiedingen doen. De persoonsgegevens kunnen tevens worden doorgegeven aan
gerechtsdeurwaarders indien sprake is van tanken zonder betaling. Huurder en bestuurder kunnen om inzage en correctie met betrekking
tot de verwerkte persoonsgegevens verzoeken en verzet aantekenen. Betreft het direct mailing, dan zal het verzet te allen tijde worden
gehonoreerd.
2. De in het eerste lid genoemde gegevens kunnen tevens worden opgenomen in het Autoverhuur Waarschuwingsysteem. BOVAG is namens
de afdeling Verhuurbedrijven, postbus 1100, 3980 DC Bunnik naast de verhuurder verantwoordelijk voor verwerking van deze gegevens in
het Autoverhuur Waarschuwingsysteem. De persoonsgegevens van huurder en/of van bestuurder kunnen in ieder geval worden
opgenomen indien er sprake is van verduistering van het voertuig, indien de huurprijs niet of niet tijdig wordt voldaan en indien er
opzettelijk schade wordt toegebracht aan het voertuig. Zie voor een volledige opsomming www.bovag.nl/elena. Bij BOVAG kunnen
genoemde personen om inzage en correctie met betrekking tot de verwerkte persoonsgegevens verzoeken en schriftelijk in verzet komen.
Artikel 20: Toepasselijk recht
De huurovereenkomst wordt te allen tijde beheerst door Nederlands recht.
Indien huurder ten tijde van het inleiden van een gerechtelijke procedure buiten Nederland woont of gevestigd is,
is uitsluitend bevoegd de rechter met bevoegdheid in de vestigingsplaats van verhuurder.